We hebben Renesse verlaten en ingeruild voor eenstukje echte cultuur. Waar Renesse bekend staat om z’n drukke terrassen en
uitgaanspubliek, zo staat onze nieuwe bestemming bekend om z’n rustgevende
uitzichten ondanks de vele bussen met voornamelijk buitenlandse toeristen. We
gaan richting de Alblasserwaard en hebben Camperpark Kinderdijk uitgekozen als
nieuw onderduikadres. Voor wie nog niet weet wat Kinderdijk is, die moet zich eigenlijk schamen. Zelfs wij, cultuurbarbaren, weten dat zich op deze plaats het Unesco
Werelderfgoed Molens van Kinderdijk staan. Wanneer we het Camperpark op komen rijden, blijkt dat ook hier het virus z’n
sporen heeft achtergelaten. Waar volgens de vriendelijke beheerders Kees en
Pieta het dagelijks vol stond, zijn we nu de enigen.
Nadat we geïnstalleerd en geïnformeerd zijn over de omgeving, stappen we oponze fietsen. De Molens bevinden zich op ongeveer 3 km en het is prachtig weer,
dus een mooie gelegenheid om ze meteen maar te gaan bezoeken. Binnen nog geen
10 minuten hebben we de eerste molen al in ons zicht. Ik heb gewonnen.
Maar wat een rust. Geen groepen chinezen of overvolle bootjes toeristen, die devaarten onveilig maken. Ik denk heel even het geklik te horen van een camera,
maar het blijken twee kikkers te zijn, die langs de oever druk met elkaar aan
het communiceren zijn. Het is een geweldig vergezicht en het lijkt wel alsof we zomaar een schilderij
van een oude kunstenaar zijn binnengestapt. Behalve die enkele fietser en een
verdwaalde wandelaar zijn wij de enigen die hiervan mogen genieten en beseffen
we ons, dat we waarschijnlijk één van de weinigen zullen zijn, die ooit de
molens zonder mensen op de foto vastleggen. Ondanks het feit dat de molens niet
in werking zijn, doet het mooie weer ook z’n werk. We fietsen via de mooi
aangelegde paden langs alle molens en passeren ook die ene ijsverkoper, die
midden in het poldergebied hopeloos tracht zijn waar te verkopen. In gedachte
vraag ik me af of de beste man wel weet dat er voorlopig nog geen zicht is op
klandizie en schaam ik me bijna dat ik geen ijsje van hem afneem.
We fietsen verder. Het bezoekerscentrum en de museummolen blijken ook gesloteni.v.m. de corona. We halen onze schouders op en hebben begrip voor de situatie.
Zo leuk om Nederland te leren kennen en nieuwe dingen te ontdekken in
Nederland, dachten we nog enthousiast, toen we een half jaar geleden een
Museumjaarkaart aanschaften. Het enthousiasme is er nog, maar slijten zal onze
kaart zo niet, denk ik met enige teleurstelling. Het poldergebied fietsen we uit en via een brug over een vaart brengt hij ons
bij een andere “Kinderdijk”. De “dijk” is goed bezocht door een grote groep
jeugd uit Alblasserdam, die zich opperbest vermaakt in en langs het water. De bordjes “Niet springen” hebben hun uitwerking kennelijk ook gemist, want we
zien enkele jongeren één voor één vanaf de brug in het water springen.
We hebben genoeg gezien en fietsen verder, verder naar ons “bijna-eindpunt”: Hetterras dat op nog geen 300 meter van het Camper-terrein gelegen is. De afgelopen
maanden hebben we net als zovelen het terras gemist en dat gaan we nu de
komende tijd eventjes inhalen. Zóóóóóó vervelend!