Stormbanden

vrijdag, 12 juni 2020

Geplaatst door Joyce van der Lee op 13 juni, 2020

Ik ben er eentje. Een held op sokken, Zou je misschien niet zeggen, maar toch is het zo. En weet je wanneer? Als het gaat onweren. Nou dan kan je mij bij elkaar vegen. Eén flits en een knal en dan begint het al. Echt waar. En dat is fijn hoor, in zo’n mannengezin. Je zou zeggen, dat je dan veilig bent en dat ze je dan beschermen en zo. Nou, nee hoor. Het tegenovergestelde. Ze lachen je nog net niet in je gezicht uit.
We zitten inmiddels in Otterlo. Otterlo is maar 30 km rijden vanaf onze vorige rustplaats Harderwijk. Piece of cake, zou je zeggen. Maar een half uurtje rijden. Maar als je net als wij gewoon op het einde het aller-, allerlaatste bord, maar dus ook de ingang van de camping mist en pas na de volgende afslag weer kan draaien, dan doe je er 3 kwartier over. De volgende afslag was namelijk pas 9 kilometer! Uitgestrekt gebied, die Veluwe….
We hebben “Ons Motje” op een mooi veld met andere kampeerders geplaatst, luifeltje uit, stormbandjes aan de luifel en onze stoeltjes en tafel eruit. Gisteren begon als een topdag. Het was een mooie dag. Lekker warm en lekker lang warm. En lekker lang warm, wil ook nog weleens zeggen: kans op onweer in Nederland. Toch maar eens Buienradar geraadpleegd. Maar die wist het eigenlijk zelf ook niet of het nu wel of niet ging regenen. En sprak soms zichzelf tegen! Maar eigen weerman Bennie zag het wel zitten. Na het bestuderen van de satellietbeelden bleek, dat het allemaal langs ons heen zou gaan en dat er niets zou gebeuren.
Ook mijn weerman kan er weleens naast zitten, zo bleek. Even later bleken de stormbandjes niet voor niets stormbandjes te heten. De keuze was snel gemaakt. De luifel ging in en de spullen naar binnen. Ben haalde één van de stormbanden eraf en kon nog net met één van zijn handen de luifel vasthouden, toen de wind eronder sloeg. En het begon ineens vanuit het niets keihard te waaien. “Vasthouden”, zei hij tegen mij, terwijl ik liever binnen bleef. Wij hebben nog nooit zo goed en snel samengewerkt. En in een mum van tijd was alles ingerold en opgeruimd. We zaten net binnen en toen brak het los: regen, flitsen, onweer. En ik maar tellen: één, twee, drie… Zoals ik vroeger als kind was wijsgemaakt hoe ver het onweer was. Ik vind het helemaal niets dat onweer en schijt echt 7 kleuren stront. Om de paar seconden blijft de lucht oplichten en soms lijkt het of er een paar meter van ons verwijderd de bliksem z’n inslag doet. De grasvelden lopen weer vol met regen en het water blijft uit de lucht stromen. En zo gaat het voor mijn gevoel uren door. Toch val ik eindelijk in slaap.
Vanmorgen worden we wakker en binnen in de camper is alles droog. Alles is nog steeds waterdicht. Buiten schijnt de zon weer en de grond is weer kurkdroog. De enige die kennelijk wat waterschade heeft, is een overbuurvrouw die uit een klein tentje een slaapzak over een waslijntje hangt. Iedereen gaat weer over tot de orde van de dag en het lijkt alsof er niets gebeurd is. En zo moet het ook gewoon zijn, toch?


Joyce van der Lee

Delen