We zijn weer een beetje onderweg naar huis. Nooit het leukste deel van een vakantie, want laten we eerlijk zijn, het betekent toch dat het einde nadert. Het einde van je vrije dagen dan om het wat minder dramatisch te maken.
En voordat ik het weet, staan we thuis alweer de was in de machine te proppen, de camper leeg te halen en de buitenkant te poetsen. En dan heb ik het niet eens over het resetten van de rest van onze woning en bijbehorende onderdelen, waarvan ik vrees of beter gezegd zeker weet, dat dat de afgelopen 3 weken is “blijven liggen”.
En daarom hebben we gisteren samen onze dikke vakantie-koppen bij elkaar gestoken en besloten vandaag toch maar wat meer kilometers te maken dan de bedoeling was. We rijden door naar Luxemburg om daar de laatste 2 dagen op één locatie te verblijven en lekker nog even wat rust te pakken, voordat we donderdag het laatste stukje naar huis afleggen.
Afgelopen nacht hebben we gestaan op Camping ‘La Route de Bleue” in Balbigny, nadat we eerder op de dag afscheid hadden genomen van onze mooie rivier. Die rivier wat voor mij een stukje paradijs was en waar ik bijna twee boeken heb uit kunnen lezen. Dat is heel wat, als je weet dat mijn concentratie me soms nog weleens in de steek laat. Nee, dan was deze camping van afgelopen nacht daar wel iets anders bij. Deze camping was zeker mooi om een nachtje als overnachtingscamping te gebruiken met een gewéldig spectaculair uitzicht. Dat maar voor ons helaas maar enkele minuten mocht duren, tot er één of andere Fransman zijn véél te dikke, patser-camper voor die van de onze ging parkeren. Nee hé! Weg uitzicht! Gelukkig werden we elders verwacht voor een drankje en een overheerlijk zelfgebakken pannenkoek, waardoor het verdriet van ons weggekaapte uitzicht snel was vergeten.
Zoals gezegd, deze camping ligt net ten westen van Lyon en prima voor één nacht. Mooi om weer verder te gaan.Vroeg op dus vanmorgen. Ben heeft z’n telefoon ingeschakeld, zodat we op tijd weg kunnen. En het is vroeg. Heel vroeg. Om 07.00 uur hoor ik een geluid, die ik eigenlijk niet wil horen. Een alarm om wakker te worden. Dat wil je toch niet in je vakantie? Maar oké. Beloofd, is beloofd. Dit gezellige ochtendmens heeft alweer spijt. Met bril én lenzen zie ik nog niets, maar na twee kopjes Nespresso (beste camper-aankoop ever) gaat het al wat beter. Poeh, poeh. Hét is wakker. Na Ben’s ontbijt – ovenverse broodje (ja, ja, al 3 weken lang….) - en een warme douche die ze weleens mogen moderniseren, sluit de slagboom achter ons rond 09.00 uur. En we zijn on the road again!
Voor de eerste keer deze vakantie nemen we de Route de Soleil bewust. En oh, oh, wat is het alweer ontzettend rustig op de weg. De Nederlanders laten het deze zomer écht afweten. Vrijwel alleen maar Fransen en je ziet mondjesmaat een gele kentekenplaat. Wat betreft de kwantiteit voertuigen is het heerlijk. We kunnen lekker doorrijden. Maar de Franse kwaliteit wat rijden betreft, verdient nog wel wat meer aandacht. Die rijden echt nog steeds als malloten, Bumperkleven, afsnijden, remmen, het maakt ze allemaal niet uit. Wat dat betreft mogen ze van mij allemaal net als de sticker A, van beginnend bestuurder, net zo goed met een sticker M van “Mal” (slechte bestuurder) gaan rijden. Alhoewel dat eigenlijk al overbodige informatie is.
Wij vinden het verder prima. Rijden lekker in een rustig tempo over de Franse wegen. Zolang wij maar keihard met Neil Diamond en Hazes mee kunnen zingen. En dat gaat ons goed af. De kilometers glijden lekker onder ons door. Wat ook iets meer bóven ons doorglijdt zijn de wolken, maar dan de verkeerde kant op. En het worden er steeds meer. Wanneer ik in m’n buitenspiegel kijk zie ik de mooie blauwe lucht steeds kleiner worden achter ons en voor ons de lucht steeds meer één geheel worden. Hebben we dat niet eerder gehad? Een jaar geleden? Ook zo’n zelfde keus? In hetzelfde land? Gelukkig moeten we nog zo’n 200 kilometer en kan er nog veel veranderen. We passeren de grens en verruilen Frankrijk voor Luxemburg. De taal blijft hetzelfde, de prijs voor een tank diesel is ineens leuker. En de zon gaat weer schijnen.
Na een klein uurtje door een mooi landschap van stijgen en dalen en met veel bochtige wegen door een bebost gebied komen we aan op onze een-na-laatste stopplaats van deze vakantie: Camping “Kohnenhof” in Eisenbach, gelegen aan een klein riviertje in de bossen. Hier kunnen we onze laatste twee vakantiedagen mooi afsluiten en we hebben weer een plaats met een geweldig uitzicht, waarvan ik zeker weet dat nu niemand dat van ons kan afpakken. En nog één ding is zeker, morgen, dan slaap ik uit!