In m'n coconnetje

vrijdag, 27 maart 2021

Geplaatst door Joyce van der Lee op 5 april, 2021

Nunspeet. De afgelopen dagen zijn we er geweest, maar we hebben er dan ook niet meer van gezien, dan de Jumbo en alles wat er tussen deze supermarkt en onze camperplaats zat. En dat was bijzonder weinig.
Afgelopen vrijdag kwamen we vanuit het Achterhoekse Vorden richting de Veluwe om daar nog wat nodige kilometers (plat gezegd “vet” dus) weg te fietsen en tegelijkertijd de omgeving eens te leren kennen.

Nauwelijks bekomen van Camperplaats “De Zwaan”: gewoon groot,  ruime verharde plaatsen, schoon eenvoudig sanitair en onwijs goede wifi, was dit ook niet meer dan dat. Maar ja, wat willen de Van der Leetjes nog meer? Buiten dat de eigenaar zeer vriendelijk was, had de plaats ook nog eens mooie prijs. 15 euro per nacht, dus ook dat was prima. Wel nog
€ 0,50 in het gleufje van de douche, wil je geen “goosebumps” krijgen tijdens het douchen, zoals onze mannen die altijd zo noemen.

Nog amper geïnstalleerd lieten we Nunspeet voor wat het was – dat kwam morgen anders wel – en op naar het verderop gelegen altijd mooie plaatsje Elburg.
De winkeliers aldaar hadden het kennelijk wel gehad met het advies van Rutte en de Jonge en hadden een toch wat ander deurbeleid, wat het slenteren door de mooie straatjes er heel wat leuker op maakten. Jammer voor Ben ging dit niet op voor de vele “koek en zopie-tenten”, waardoor de flesjes met het gerstenat uiteindelijk met gesloten dop onder onze armen meegingen naar de fietstassen. Tja, met de woorden “nog even door die “zure” cappuccino heen drinken” kon ik hem alleen maar troosten. Nog even, héél even en dan mogen de terrassen ook weer….., hoop ik dan maar.

Met voor Ben het bier en voor mij nog snel wat gescoorde versgebakken kibbeling fietsen we terug. En met de volle wind in het gezicht begrijp ik meteen waardoor we daarnet zo lekker gingen op de heenweg. Mijn fiets blijkt een bikkel en gooit zich met standje ‘Turbo” in de strijd. Wat een genot weer. En wat heb ik stiekem toch een medelijden als ik een middelbare scholier passeer die met z’n slungelachtige postuur, kromgebogen over z’n stuur hangt en met maatje 45 probeert vooruit te komen. En ik kan me nog net inhouden om te vragen: “Ach jongen, moet je ff aanhaken?”

Als we een half uurtje later terug zijn bij “Ons Motje” wordt het weer niet veel beter. Maar we zijn goed voorzien van eten en drinken. De kachel brandt, we hebben elektriciteit, water en televisie.
Voor de komende dagen wordt meer regen, kou en wind voorspeld. We besluiten toch te blijven en niet naar huis te gaan. Dit is de eerste keer dat we met minder mooi weer in de camper blijven. En het blijkt een schot in de roos. Het voelt voor mij als een coconnetje. Toch weg van huis, maar de rust. Een soort van verplichte rust. Even zoiets van, iets anders moeten doen. Geen verplichtingen zoals thuis. 

Ben leest uitgebreid een naslagwerk van het bedrijf van familie. Iets waar hij anders nooit de tijd voor zou nemen. En ik heb mij op het borduren(!) –jawel – gestort. En dat is iets waarbij ik me goed moet concentreren. Iets waarmee ik normaal heel veel moeite mee heb. En nu……….. Heerlijk. Rust. Tijd.
Dit moeten we vaker doen.

Als de maandag de dag van vertrek aanbreekt, breekt ook de zon door. Ja hoor, de temperatuur is ook hoger en het weer is stukken beter. Niet te geloven. Alsof het zo heeft moeten zijn.


Joyce van der Lee

Delen