“In Leeuwarden”, antwoorden we op zijn vraag, wanneerde Fiat-dealer vraagt waar we staan. We maken een diepe zucht. Niet te geloven.
Na 5 garages en camperbedrijven afgebeld te hebben, zijn we eindelijk ergens
welkom.
Niets ergs hoor. Nee, eigenlijk niets om je druk over te maken, maar wel als je het wil gebruiken. En dat zijn namelijk de pootjes onder “Ons Motje”, die voor de stabiliteit zorgen. Één van die twee dingen zit muurvast. Wat Ben ook probeert met de “pootjes-uitdraaier – tja hoe heet zo’n ding – dat ding is volhardend, standvastig en blijft kalm.
Ben niet.
Na een paar pogingen met die zwengel – ja, da’s een beter woord – geeft Ben het op. “Dan maar geen pootjes uit,” hoor ik hem nog mompelen. Ik weet meteen dat hij niet de waarheid spreekt.
Hij was al zo trots op zijn 2 houten blokjes, die door hem er speciaal voor waren gemaakt om de pootjes op te laten rusten. Bestand tegen grind, zand, gras en wat nog meer. Wat zou “Ons Motje” nu net als vele andere campers mooi stabiel erbij staan. Niets bijzonders, zou je zeggen. Maar wel voor mijn Ben, met zijn twee linkerhanden en zijn niet-technische achtergrond. Keurig op maat gezaagd en even hoog. Ik was in ieder geval trots op hem. En dan gaat er één pootje niet naar beneden. Ál dat werk voor niks…..
We hebben “Ons Motje” ingepakt en zijn vertrokken vanaf de Jachthaven in Leeuwarden. De afgelopen 4 nachten hier prima gestaan en deze Friese hoofdstad goed kunnen bekijken.
Mooi met z’n vele straatjes, pleintjes en pandjes en met waarschijnlijke nog meer terrasjes. Leeuwarden die ook een echte scheve toren bezit, namelijk de kerktoren “Oldehove”. En de Blokhuispoort, de voormalige Gevangenis waar de geschiedenis nog duidelijk zichtbaar is. Waar je nog kan overnachten, een alibi hebt en een drankje kan doen op de luchtplaats.
Elfstedenplaats nummer 1. We hebben de startplaats gevonden. De Elfstedenhal, vanwaar de deelnemer zich na een flinke afstand zich al lopend bij de Zwettehaven brengt. Daar bindt hij of zij de schaatsen onder voor de eerste 22 km op weg naar Sneek. De Bonkevaart met zijn finishboog nemen we net als de ooit vele schaatsers alvast als toetje en ligt als een mooie uitloper in het landschap.
Wij pakken de camper, op weg naar Sneek. Maar eerst dus die Fiat-dealer. En net zoals bij de tandarts: de monteur draait even stevig aan de zwengel en ons standvastige pootje draait naar beneden! Ik kijk Ben aan, zegt wijselijk maar even niets, maar denk alleen “vanavond eten we spinazie”.
“Ons Motje” wordt boven de put gereden, waarna zijn pootjes allebei even een lekker vet-massage krijgen. En klaar zijn we. Na een donatie in de personeelspot zijn we eindelijk op weg. Op weg naar Elfstedenstad nummer 2: Sneek.