Ik geef het toe. De tijd van een bikini is voor mij voorbij, verleden tijd, over en uit. Voortaan behoor ik tot de groep vrouwen die alleen nog maar gezien mogen worden in een badpak. Want laten we eerlijk zijn, sommige lichamen, waaronder het mijne, mogen toch niet meer getoond worden aan jonge kinderen en mensen met hart- en vaatziektes?
Ik zie het alweer voor me, wanneer ik mezelf overhaal om het toch nog één keer te proberen. “Ga ervoor Jansen. Het kan best. Je bent nog niet afgeschreven!” En dan toch. Dat lichaam helemaal gepropt in dat tweedelig setje. En als je dat broekje uiteindelijk aanhebt is het ineens een string, terwijl ik toch écht een basic model had gepakt. En zodra ik mij weer uit het bovenstukje wil wurgen, zit de bovenkant tussen mijn buik en borsten bekneld, omdat dat ding ook niet meer weet wat het verschil tussen beiden is.
In de tussentijd is de wachtrij voor mijn pashokje alsmaar langer geworden, loopt het zweet tussen diezelfde borsten en verlang ik alleen nog maar naar een workshop bij The Iceman.
Zelfs nu heb ik nog problemen met delen van mijn lichaam, die niet goed de weg weten te vinden binnen het begrip badpak. En als ik dan alles een beetje geproportioneerd heb en ik kijk in de spiegel, aaiijjhh!. Tja, dan ziet dat ding er ineens weer heel anders uit, dan toen ik het kocht en het nog zo mooi aan een hangertje hing.
Wat dat betreft is het vak van verkoopster ook een kunst en heb ik me daar weer laten om lullen.
En echt, zo’n badpak is heus niet meteen dé oplossing ter vervanging van de bikini hoor. Je zou denken, dat je in dat ding stapt en dat zich al glijdend aan je lichaam aanpast. Niets is minder waar. Ik zal wel een afwijkend lichaam hebben. Bij mij is dat altijd zo. Dat instappen gaat goed en geeft mij zelfvertrouwen, maar dan. Dan houdt het op. Dat ding blijft al meteen steken op, waarvan de schilder Rubens zou hebben gezegd “rustieke hompen vlees”. Kortom: mijn stevige heupjes.
En dan een beetje sjorren en trekken, waarna via mijn witte buik en voorgevel eindelijk alles op z’n plaats zit.
Wat had ik graag in dit geval een man hebben willen zijn! Die hebben het toch maar weer makkelijk met hun zwembroekie.
Ja, ik kan je wel vertellen dat de weg naar een badpak een hele stap is, En zeker aan het einde van zo’n vakantie. Heb je weleens gezien hoe je er dan uitziet na zo’n 3 weken? Nee natuurlijk niet. Nou joh, dat ziet er niet uit, M’n buik hartstikke wit en groot is-tie al. Als ik zou gaan liggen en je tekende er een H op, dan kan er met gemak een heli op landen.
Joh, het wit doet gewoon zeer aan je ogen.
En als ik nou nog een empathische man zou hebben. Welnee joh, die van mij maakt alleen maar opmerkingen van “je hebt nou eenmaal geen slank figuur” en van “die vrouwen zijn geen 53 jaar, zoals jij”. En daar moet ik het mee doen.
Nog één keer kijk ik in de spiegel. In mijn badpak
Vandaag staan we op een camperplaats die gelegen is aan een mooie stromende rivier met kiezels. Met onze waterschoentjes – ook zo charmant - bedwingen wij de rivier.
Heerlijk koel en kabbelend aan onze voeten, dwingt het ons bijna om te gaan zitten in het water. En dat doen we ook. De zon schijnt en de temperatuur is prima. Het is er mooi, koel en verfrissend, Het enige wat je er hoort is het water wat tussen de steentjes door zich een weg baant.
Ik zit naast Ben en bedenk me, dat ik eigenlijk blij moet zijn.: 53 jaar, op sommige plekken vertoon ik wel wat slijtage, beetje gebrekkig, iets te zwaar, maar wel heel lief voor en gelukkig met man en kinderen. Wat wil een mens, behalve een bikini nou eigenlijk nog meer?