Lourdes, de plaats waar Maria in 1858 aan aan Bernadette verscheen. In een grot om precies te zijn. Deze kleine plek waar zoveel jaren geleden zoiets bijzonders zou zijn voltrokken, dat wilden wij ook weleens met eigen ogen zien.
We staan op de camping in deze plaats uitkijkend op het stadje, dat waarschijnlijk zonder Bernadette een nietszeggend gehucht zou zijn gebleven.
Wanneer we al fietsend met een flink vaartje vanaf de campinghelling het centrum binnenrijden, zien we nog net de vele bussen op een immens groot parkeerterrein staan.
Gezien de lege parkeervakken, denk ik, dat dit nog maar een fractie is, van wat er normaal in het “hoogseizoen” staat.
Aan de andere kant van het water waar wij langs rijden, staat een reusachtige, maar prachtige kathedraal. Waarschijnlijk hebben de gelovigen ruim een eeuw geleden ook niet stilgestaan en flink actie gevoerd om geld in te zamelen voor de bouw.
Maar nee, geen kerk voor ons dit keer.
Ik stel Ben gerust en zeg dat we dit keer alleen op zoek gaan naar dé grot.
Het centrum mag dan wel één groot toeristisch oord zijn, we pakken het eerste beste terrasje voor ons dagelijkse kopje Americano én om een plan te maken.
Maar ook na ons plan én de hulp van onze vriendelijke dame in de navigatie geven we het op, wanneer ze ons mét de fiets via een trappetje omhoog de weg wijst.
Het kantoor van de Toeristeninformatie geeft ons meer duidelijkheid. Gewapend met een kaart gaan we op weg naar dé grot bij ….. dé Kathedraal!
Dus toch weer een kerk. Sorry Ben.
We passeren winkel na winkel met kruisjes, kaarsen, Maria’s en lege plastic flesjes. Ja, zelfs lege jerrycans. Ik zou bijna zeggen, “je wordt ermee doodgegooid”, en in deze setting kan je wat dat betreft best een risicootje nemen.
En dan, dan lopen we de hoek om en komen op het plein voor de Kathedraal en ik word eigenlijk verrast. Het lijkt wel een groot openluchttheater. Zo mooi, zo groot. Maar waar is nu toch die grot?
Ben maakt een foto en krijgt van Jason de reactie: “Zijn jullie in Disneyland Parijs?
Ik kan hem geen ongelijk geven. Het heeft er wel iets potserigs van weg, maar een foto samen met Mickey zit er dit keer niet in.
Na de stevige beklimming en het bezichtigen van de kapel worden we via een zij-ingang, langs wat overblijfselen van onze Bernadette, naar buiten begeleid.
En eindelijk, ik zie pijlen met “La grotte”. Zouden we dan eindelijk….
Ik moet even goed kijken en van een afstand slaan we het even gade. Helemaal ver onder de grote Kathedraal is daar die grot, gemaakt tussen die rotsen. Eigenlijk is het andersom, de kleine grot met daar omheen de grote Kathedraal gebouwd.
Rechts in de grot een open plek met daarin een beeld van Maria. Er hangt een serene rust, maar als iemand iets teveel van zich laat horen, springt een vrijwilliger op met een vinger voor z’n dichte mond en sist.
Geluid maken is een zonde.
En ja, Jason krijgt dan toch nog een beetje gelijk. Nog netjes in de rij, net als bij Disneyland, lopen de gelukzaligen achter elkaar de grot in. Zonder haast, zonder geluid en zonder te vallen. Want een ieder laat z’n hand langs de rotsen glijden, die door de loop der jaren gladgesleten is en heeft letterlijk en figuurlijk steun daar aan.
De kaarsen worden de hele dag aangesleept, aangevuld en verkocht in grote getale. Kaarsen variërend van 3 tot 500 euro. Geen contanten? Pinnen mag ook. En allemaal op basis van goed vertrouwen. Zelf pakken, zelf betalen.
En ik zie nog net hoe een man in een scootmobiel met daarop een plaat “Hire me” - waarvan ik hoop dat het wel over de scootmobiel gaat - langs mij rijdt met tussen z’n benen een kaars van een metertje of twee.
Ook wij wagen ons in de rots. En ook ik moet even die rots, die spekgladde rots aanraken. En pas dan zie ik binnen in de grot de vele foto’s op de grond liggen. Foto’s van mensen die je aankijken. Jong, oud, lachend, met slangetjes in hun neus, kale hoofden….. En ik realiseer me hoeveel kracht sommige mensen hier uit trachten te putten. Misschien hun laatste hoop. En voor mij…. pffffff, het doet me stiekem wel wat….. en ik ben stil.
We lopen verder langs de rots en ik snap nu ook waar die lege flessen en jerrycans voor zijn. Uit de rots komt water en men wil zoveel mogelijk “heilig” water meenemen.
Het kraantje bij een oude Franse vrouw werkt niet en bijna radeloos kijkt ze ons vragend aan en zegt iets in het Frans daarbij wijzend op de kraan.
“Une autre” zeggen we alleen maar. En ze is zo blij, omdat ze het zelf kennelijk niet had kunnen bedenken.
Lourdes, een bijzondere plek met een bijzonder hart. En je kan er pas over oordelen, wanneer je er zelf bent geweest.