Op volle toeren

woensdag, 1 februari 2023

Geplaatst door Joyce van der Lee op 5 februari, 2023

Ben kan mij ook geen dag alleen laten….. zegt HIJ dan.
Ik vind van wel, maar goed dat is mijn mening.

Vandaag was weer eens een geweldige zonnige dag, dus weet je wat? Vandaag maak ik er een wasdag van.
Aangezien er hier op de camperplaats maar twee wasmachines aanwezig zijn, is dat in de ochtend nogal eens een “strijd” tussen de dames wie als eerste zijn wasje kan draaien.
En hoe vroeger het wasje gedraaid, hoe eerder de was droog.

Ook ik wilde mijn kansen even inschatten, dus ik liep mee met mijn buurvrouw die haar was net erUIT ging halen. “Misschien kan die van jou er meteen wel gelijk in”, zegt ze nog.
Ik pak mijn mand vuile was en we lopen samen die kant op.

Zodra we aankomen zie ik dat die van haar bijna klaar is en dat de andere machine nog heel even moet. Er staat behalve een andere vrouw met wasmand verder niemand anders. Ik ben de eerstvolgende. Komt dat eens even goed uit.
“O nee, m’n geld en het kleurendoekje vergeten”, zeg ik tegen buurvrouw “zo terug” en ik loop snel naar “Ons Motje”.

Terwijl ik op de terugweg de hoek omloop, kom ik al meteen m’n buurvrouw tegen met haar mand schone was. “Dat komt perfect uit”, denk ik nog.
Ik loop de wasruimte binnen en zie hoe een vrouw haar was in de trommel aan het douwen is. Nou, dat is brutaal! Mijn wasmand staat notabene vóór de wasmachine en ze piept gewoon voor!
In eerste instantie begin ik in het Nederlands te zeggen dat ik aan de beurt ben, maar zodra ik bemerk dat ze een Duitse is, schakel ik over op m’n beste Duits waarvan ik nu achteraf denk, dat mijn leraar Duits zich omdraait in zijn graf. 
Ik probeer eerst nog met een: “Das ist mein was und mein beurt. Sie muss warten! Ich was mein geld und kleurentuchje vergessen!"

De Duitse vrouw schreeuwt ook van alles, maar verstaan doe ik het niet. Het is een over en weer van verwijten maken. Ik zie dat ze ineens haar was uit de machine haalt, deze hoog boven haar hoofd houdt en met veel kracht naar beneden in haar wasmand gooit. Ze roept nog iets vermoedelijk lelijks mijn richting op en ze loopt letterlijk stampvoetend weg.

Ik ben heel even met stomheid geslagen - gebeurt niet vaak - , voel me ook weer geen “winnaar” en zucht eens even heel diep van wat er zonet gebeurd is.
Ik ben eigenlijk boos, verdrietig en geïrriteerd tegelijkertijd. Pfff, wat nou, haar wasmachine!
Terwijl ik mijn was in de nu lege machine doe, kijk ik naar de nog enkele minuten draaiende wasmachine rechts van mij en ineens…
Ineens gaat er bij mij een lampje branden…….

Neeeeee!!!!! Ooooooohhhhh! Wat stom! Wat een sukkel ben ik zojuist geweest.
Ik heb mij de verkeerde wasmachine toegeëigend! Die vrouw stond bij haar goede wasmachine en ik heb haar ten onrechte “uitgekafferd”!!!! Ohw, wat erg! De linker machine was niet bestemd voor mij, maar de rechter. De machine die nu nog een paar minuten moet draaien en bijna klaar is.
En ineens herinner ik me dat zij er al stond toen ik de eerste keer binnen kwam.
Dé vrouw met dé wasmand.

Wat ben ik weer een doos. Alweer een doos. Een hittepetitje.
Terwijl mijn was draait, draai ik me ook om. Terug naar “Ons Motje”. En ik zie in mijn linkerooghoek de vrouw bij haar camper staan.
Terug bij “Ons Motje” kan ik mijn ongelofelijke blunder alleen kwijt bij mijn buurvrouw, want Ben is er niet. Die is fietsen. Waar is die man toch nu ik hem zó hard nodig heb?

Ik ben vol van het gebeuren. Sta met handen en voeten te gebaren en nerveus mijn verhaal te doen. Ohw, wat moet ik toch doen? Ik moet m’n excuses aanbieden. Wat een sukkel.
In gedachte zie ik mij de komende periode niet overleven in deze voornamelijk Duitse enclave. En zal ik te boek gaan als “Zij, zij, dat mens van die wasmachine”, want roddelen dat kunnen die overjarigen als de besten.

Een bloemetje via Fleurop is wel té gemakkelijk en ondanks dat ik mij op dat moment de zieligste persoon van de hele wereld vind, stap ik toch maar die kant op. Al gauw zie en hoor ik haar bij een stel andere Duitsers zitten. Het gesprek gaat over die “Wassche en die ”Die Holländische”. Ik ben herkent en ze zit duidelijk haar gal te spuwen en terecht..
Met mijn handen op mijn hoofd en armen half voor m’n gezicht, ga ik meteen dik door het stof en maak excuses. Ik probeer uitleg te geven, maar mijn emoties zitten zo hoog dat ik m’n tranen niet meer kan binnenhouden en ja hoor…. “Zit ik hier nog een potje te janken ook!” denk ik nog.

De vrouw staat op en in een mum van tijd zijn de rollen omgedraaid. De vrouw pakt me beet en zegt dat ZIJ degene is die zich moet excuseren. Dat ze normaal heel rustig is en dat ze het niet zo bedoeld heeft. Ze geeft me nog een pakkerd, noemt haar naam en belooft eeuwige vriendschap..
Huh? Ik weet niet wat me overkomt.

Wanneer ik terugkom bij “Ons Motje” en ik vertel mijn verhaal aan mijn buurvrouw, kan ze er alleen maar om lachen.
“Wat heb je eigenlijk op je broek?” vraagt ze.
Ik kijk en zie bij mijn zak allemaal kleine bloedvlekjes. Ooohhh, nee hé, ik had een wondje aan m’n vinger en dat is weer open gegaan. Heb ik natuurlijk tijdens mn zenuwen op m’n broek staan tikken of zo. Ook dat nog.
Vandaag is niet m’n dag.

Ik ben nog zo over de emmer dat ik Ben een app stuur inclusief foto van m’n broek. Ook al niet zo handig, want na het lezen van het bericht met o.a. “stomme fout gemaakt, ruzie gehad, en ook nog eens m’n broek onder de bloedspetters gesmeerd, ik heb m’n dag niet vandaag”, gaat Ben van een slaande ruzie uit.

Wanneer hij dan ook sneller thuis is dan gepland, heb ik dan ook wel even wat uit te leggen.
De bloedvlekken zijn gelukkig uit mijn witte broek verdwenen.
Mijn was ligt weer schoon en droog in de kast.
En wat de ruzie met de Duitse vrouw, Paula (*gefingeerd) betreft. Zij is inmiddels mijn BFF geworden.
En nog steeds als ik haar zie, biedt zij zich haar excuses aan, wat ik ook maar zeg.
Gelukkig heb ik nog geen volle mand met was, maar misschien is het toch beter dat Ben deze taak voortaan maar op zich neemt om ergere toestanden te voorkomen.

 


Joyce van der Lee

Delen