“U heeft nog geen stappen vastgelegd vandaag", zegt mijn Samsung Health “the day after”. Nou, dat gaat vandaag ook niet gebeuren na mijn avontuur van gisteren.
En het begon allemaal zo mooi.
Terwijl Ben ‘s morgens begon aan zijn ritje brood-halen, begon ik aan mijn bijna 15 kilometer lange wandeling door het gebied Serra d’Ólta. Oftewel, die grote berg ten zuiden van Calpe, waar ik al vanaf half november tegenaan zit te kijken. Voordat we weer terug naar huis zouden gaan, moest en zou ik daar nog eens een mooie route hebben gelopen.
En zo ging ik dus ook op pad.
Voldoende water. Check.
De door Ben met liefde gemaakte boterhammetjes. Check.
En natuurlijk die powerbank. Check.
Ik was er klaar voor.
Rugzak op, wandelstokken mee en gaan. Dat ik één en ander nog eens hard nodig zou hebben, wist ik gelukkig toen nog niet.
Op mijn oren klinkt Lou Reed's “Perfect Day”en dat is het inderdaad.
Het is heerlijk weer om te wandelen, het zonnetje schijnt en ik heb goeie benen.
Terwijl ik mijn wandeling via de app van Wikiloc loop, kan Ben mij volgen via “Live Tracking” en weet hij continue waar ik precies ben. Of hij dat nou doet voor mijn veiligheid of zodat hij mooi een terrasje kan pikken, laten we maar in het midden. Ik gun hem maar dit keer zijn wijntje(s). Ik heb in ieder geval even geen “gezeur” aan m’n kop en kan rustig m’n kilometertjes maken.
De wandeling blijkt een pittige. Het is niet alleen er omheen, maar ook omhoog.
Wanneer ik op ruim 550 m. hoogte zit, word ik getrakteerd op een geweldig uitzicht over de noordzijde.
Zo mooi, zo helder, zo gaaf. Hier is de grens tussen rots en groen.
“Ik heb het toch maar weer mooi gedaan en weer “stappen” gemaakt”, denk ik nog.
De andere zijde van de berg blijkt dichter begroeid. Meer bomen, meer struiken, meer bos.
Het gaat nog steeds lekker. En per slot van rekening moet ik tocht ooit weer gaan dalen.
En dan kom ik aan bij een gigantische open vlakte, die steil naar beneden loopt.
De vlakte van zo’n 30 meter breed is volledig bezaaid met spierwitte stenen van klein tot héél groot..
Het pad, dat er horizontaal aanwezig zou moeten zijn is verdwenen onder een dikke laag gesteente. Kennelijk is dit het gevolg van de vele regenbuien van afgelopen periode, waardoor veel gesteente is gaan schuiven.
Voor mij is het onmogelijk geworden om verder te lopen.
Daar sta ik dan. Ver van alles en iedereen. Teruglopen is geen optie. Dat is veel te ver en dan ben ik zeker niet voor het donker terug. Ik hoor het Ben nu al zeggen: “Slecht getimed, Jansen. Had je eerder weg moeten gaan.” Daar heb ik nu niets aan. Ik moet door.
In eerste instantie probeer ik rechtdoor te lopen over die losse stenen, maar ik merk al gauw dat dat niet veilig is. In gedachte zie ik mij al liggen en hoor ik die Ben wéér met z’n “Verkeerd ingeschat, ík zou het niet doen!” Nou, ík doe het dus ook niet. Straks gaat heel die massa schuiven, lig ik er onder en moet Ben voortaan alleen verder in “Ons Motje”.
Ik zie dat vanaf mijn plek schuin naar beneden al een klein, maar nieuw spoor is ontstaan. Kennelijk zijn wandelaars voor mij, al voor hetzelfde probleem komen te staan en hebben ze deze weg zo gevormd
Zie je Ben, er zijn er meer....
Ik besluit datzelfde spoor voorzichtig te volgen en zodra ik aan de overzijde ben, verder te kijken hoe ik weer omhoog kan.
Maar dan, dan loopt het anders, anders dan dat ik gehoopt had……
Met m’n GPS probeer ik de route weer op te pikken, maar welke weg ik ook probeer. Steeds kom ik uit op doodlopende paden, hoge rotswanden, dichte bossages op steile afgronden. Maar mijn aan aansluiting op de route vind ik niet.
Het is 17.30 uur, wanneer ik gemiste telefoongesprekken zie en een spam aan berichtjes van Ben achter elkaar binnenkrijg met: “ik probeer je te bellen”, “je zit naast je route”, “app eens” en “je zit zo hoog, ben je in de hemel?” .
Ik kan nog net z’n humor hebben, maar ik besef dat het écht niet goed zit en ook het bereik slecht is.
Tuurlijk joh, als het toch fout gaat, dan maar meteen goed fout! Waar is nou die Lou Reed met z’n “Perfect day”?
Als ik lees dat Ben begrijpt dat ik de weg kwijt ben en hulp aan het optrommelen is, doe ik nog enkele pogingen op een uitweg, langs paadjes, klimmend over rotsen, dwars door stekelstruiken en hangend via takken. Maar ik blijf in cirkeltjes klimmen en klauteren en kom niet meer terug op de route.
En dan is het moment bereikt dat ik even ga zitten en m’n tranen de vrije loop laat. Met een “het gaat me écht niet meer lukken. Ik kan niet bellen, heb geen bereik,” verstuur ik nog een app naar Ben in de hoop dat-ie aankomt.
Ik ben verdwaald. Ernstig verdwaald.
En dit ga ik nog hééééél lang horen!
Terwijl er van alles door m’n kop schiet, realiseer ik me ook dat een nachtje kamperen op deze berg wel héél dichtbij komt. Had ik nou maar bij Expedition Robinson wat beter opgelet, toen ze die hutten gingen bouwen.
Ohw, en over een uur is het al donker en koud. Ik besluit m’n fleecevest zolang mogelijk in mijn rugzak te laten zitten. Ik heb nog een halfgevulde bidon met water en proteïne-repen. En oh, wat fijn, daar is-tie weer, die powerbank mét kabeltje. Had ik ze nu maar allebei meegenomen…..
En dan ineens van Ben een bericht: “Bel 112, ze zijn op de hoogte.”
112? Dat is ook wat. Maar ja, als Ben dat zegt, zal het wel menens zijn.
Hij houdt dus écht van mij. Had hij van mij af gewild, dan was dit nu voor hem dé uitgelezen kans geweest. Toch wel een goeie vent, die Ben.
112. Waar ik ben? Tja, als ik dat had geweten, dan hadden ze vandaag niets te doen gehad. Slimmerds……..
(Dit was overigens net zo’n zelfde vraag, die ze Ben stelde, hoorde ik later.
Hoe ziet uw vrouw er uit? Alsof ze tien vrouwen tegenkomen op die berg vanavond…..)
112: “De Guardia Civil belt u terug”……. Gelukkig, we hebben bereik.
Of ik via de whatsapp Live Locatie kan delen. En hij wil wat afspraken maken.
Zo min mogelijk apps op m’n telefoon openen en het licht zo laag mogelijk zetten..
En of ik héél toevallig een powerbank bij me heb?
Nou….. dat is héél toevallig……
En ja hoor, weg verbinding…….
Keer op keer wordt er geprobeerd contact te leggen en hoor ik alleen maar “Hello, Joyce, can you hear me?”
“Ja, ik jou wel, maar ik zit hier op die berg en ik heb weer eens geen bereik!”
Hoe weet ik niet, maar ik heb inmiddels weer het keienveld teruggevonden.
Als een malle loop ik over het “veld” met mijn telefoon al zwaaiend hoog in de lucht van links naar rechts. Ik kijk niet uit en flikker keihard onderuit. De moed zakt me steeds meer in de schoenen en ik zet het even lekker op een ordinaire scheldpartij.
“Kuttelefoon! Kloteberg! Néééééé!!!!
Het is 18.40 uur.
Het is inmiddels in no-time donker geworden. Pikdonker.
Ik zie geen hand voor ogen en het is ook nog eens kouder geworden.
Ik heb m’n fleecevest toch maar aangedaan en ik kan niet meer wachten.
Door de onduidelijkheid daar te blijven of te gaan lopen en het hebben van geen bereik, probeer ik toch te gaan lopen.
Met m’n wandelstok in de ene hand probeer ik me staande te houden en met mijn andere hand hou ik mijn telefoon vast. Met het lampje daarvan heb ik een beetje zicht, maar zie geen diepte en weet na enkele meters helemaal niet meer waar ik zit.
“Stomme trut,” zeg ik hardop, ”je had daar ook gewoon moeten blijven zitten. Straks lig je ook nog eens op je muil!”
Maar dan ineens hoor ik van ver stemmen.
Mensen!!!
“Hallo!” schreeuw ik keihard.
Wanneer daarna met een “Hola, Joyce?” wordt teruggeroepen, kan ik alleen nog maar blijven schreeuwen “here, here, I’am here!!!”
Zonder dat ik iets kan zien, loop ik meteen als een gek in het donker op het geluid af. Dwars door alle takken en wat dan ook. Alles striemt in m’n gezicht en bekrast m’n armen, terwijl ik ook nog eens met het lampje van mijn telefoon heen en weer schijn.
Wanneer ik eindelijk oog in oog kom te staan met twee politiemannen van de Guardia Civil, kan ik ze alleen maar omhelzen en zeggen: “Oh, gracias. I’m so happy, so happy!”
De mannen weten niet wat hen overkomt en ik weet niet wat me bezielt, maar ik moet ze gewoon vasthouden.
Het kan bijna niet anders dat ze mij even zien als een “gek wijf”. Al schreeuwend de bosjes uitkomend. Helemaal bezweet, vies en met takken uit bijna al mijn kleding en andere openingen. Nee, flatteus zal het zeker niet zijn geweest.
Op de vraag “are you oké” en als ze er 100% van overtuigd zijn dat ik én dé Joyce ben én helemaal in orde, pakken ze mijn rugzak over. Arm in arm loop ik eindelijk terug de berg af. Samen met mijn helden van deze dag. Het blijkt nog een klere-end lopen te zijn door het bos, tot we dan eindelijk bij een weg uitkomen.
Staan daar toch even - buiten de allerliefste man van de hele wereld - nog 6 andere dienders. Blijkt dat ik het hele politieapparaat van Calpe op z’n kop heb gezet.……
19.30 uur
Nadat ik vrienden heb gemaakt voor het leven, word ik afgeleverd door de Guardia Civil pal voor de deur van “Ons Motje”
Ik ben kapot en ik verzeker dat ik "nóóit, maar dan ook nóóit meer alleen zal gaan wandelen in het buitengebied van Calpe”.
Gelukkig, dat ik wel eens meer domme dingen zeg.
De eerste kilometers zitten weer in de benen. In de bergen. Van Calpe.
En Ben? Die zit al kijkend op Wikiloc, op zijn terras. Met zijn wijntjes. Gewoon, zoals het hoort.