Roeien zonder grenzen

donderdag, 2 maart 2023

Geplaatst door Joyce van der Lee op 6 maart, 2023

Op maandag, dinsdag en donderdag in de haven van Benidorm.
Met alleen deze info ga ik samen met Ben op weg naar die locatie.

Nadat ik in Calpe roeiwedstrijden had gezien, waar zo’n 500 “man”(!) aan deelnamen, had ik de stoute schoenen aangetrokken en was op het damesteam van Benidorm afgestapt.
“Waar en wanneer ze trainden en of ik een keer kon komen kijken?”
“Eso no es un problema”, kreeg ik als antwoord terug en hier sta ik dan.

Na een kleine zoektocht tussen de vele boten maak ik kennis met Jaime, de “Spaanse Wout” (mijn stuurman in Nederland) en een aantal roeisters. Dit keer haal ik niet de gemiddelde leeftijd iets naar beneden, maar eerder iets omhoog en is er welgeteld één persoon, de enige man genaamd Raúl, die een “lietel biet” engels spreekt.
Ondanks dat voel ik me welkom en wanneer hun duidelijk wordt dat ik ook “uno de ellos” (er eentje van hun) ben, maar dan in het koude Nederland die  roeibewegingen maak, is het ijs snel gebroken.
Ik ben geïnteresseerd in hun roeien en zij in die van mij.

Eén verschil wordt mij al snel duidelijk. De trainers/stuurmannen doen al meer dan de onze. Misschien dat we dat toch eens een keertje moeten bijstellen met “onze Wout”, denk ik al snel.
Terwijl de dames lekker staan bij te keuvelen - ook héél belangrijk - zijn Jaime en zijn maat de riemen aan het “boven water halen” uit de loods. Raúl legt mij in de tussentijd uit dat zij in Polyester boten varen en dat ook de riemen veel lichter zijn.

In de tussentijd zie ik hoe de boot nog in de water getakeld moet worden, er een laag water uit de boot wordt geschept en het roerblad moet worden geplaatst. Kortom alles op z’n Spaans en de stuurman heeft het er maar druk mee.

De dames stappen één voor één in.
En dan hoor ik Jaime, de stuurman, zeggen: “Vale, Joyce,” en hij maakt het gebaar dat ook ík kan instappen.
Ik begrijp er helemaal niets van. Bedoelt hij nou dat ik mee mag? Dat zou toch wel heel gaaf zijn.
En ja hoor, ik hoor vervolgens Raúl zeggen: “Joyce, you can sit there.” En ik zie hoe hij naar de achterste balk wijst.
Oh, wat gaaf. Ik mag mee! Dat is toch wel héél onverwachts!

Ondanks de wetenschap dat er net nog water op de bodem lag, vind ik het nog steeds leuk, stap ik in en loop door naar achteren. Daar tref ik m’n roeimaatje genaamd Pili. Zij spreekt geen woord engels, maar probeert op haar manier mij te coachen. Het is totaal anders, dan dat ik gewend ben.
Met m’n dikke reet moet ik op een smal metalen randje zitten die gelukkig nog bekleed is met zacht kunstof. Vervolgens moet ik m’n schoenen uitdoen en met mijn in sokken gestoken voeten, omhoog tegen een andere balk zetten. De riemen zitten met een katoenen ring aan de dol vast.

Ik weet niet wat me overkomt. Ik ga niet zomaar mee. Er wordt nog verwacht dat ik straks met natte oksels en het zweet op m’n voorhoofd terugkom. Ik ga meeroeien! Ik kan nog net m’n jas uitdoen en naar Ben die op het terras zit, een appje sturen met: “Die cola van mij, die moet jij maar opdrinken!”

Hier zit ik dan, in m’n spijkerbroekkie op m’n sokken.
In een sloep met in totaal 6 vreemde Spanjaarden.
En ik, ik ga zometeen roeien op de Middellandse Zee!

Maar wanneer wij vertrekken, bemerk ik al snel dat het roeien niet geheel op dezelfde wijze gaat als “thuis”. De voeten staan los op een rand en daarop zet ik me af.  De riem zit vast en is een stuk lichter.
En dan geeft Pili aan dat ik naar voren moet zitten en de riem net boven het water moet houden tot het Spaanse aftellen begint: ¡Un, dos, va!” roept Jaime en we zijn van vertrokken.

Oh, wat gaaf! En wat gaat het toch lekker! We scheren door het water tegen de golven op en het tempo is heerlijk.
Ondanks dat we met twee man minder zijn dan zou moeten, roeien we met de riemen die we hebben en gaat het geweldig. Het is dan wel héél anders dan roeien op een rivier, het roeien zelf is exact hetzelfde. Met een kleine aanwijzing dat ik mijn handen anders moet houden - dus toch iets anders…. - gaat het verder en komen we steeds dichter bij dé rots. Dé rots voor degene die Benidorm kennen.

En net op het moment dat ik denk “zijn we er nog niet?”, krijg ik van Raúl een “two minuts” te horen. Benidorm is inmiddels klein geworden en het wordt langzaam donker.

Ik merk dat stuurman Jaime een bocht gaat maken en ik hoor hem zeggen: “¡Joyce, mira, mira! We draaien om en op dat moment zie ik de mooiste zonsondergang ooit!
De boot ligt even stil en wij ook.
Wat een onwijs mooi moment!
Wat veel anderen nog nooit is gelukt, gebeurt nu wel. Ik ben stil.
Zit ik toch maar even hier. Te midden van deze mensen. Die ik een kleine twee uur geleden nog niet kende. Whow, wat mooi! Mijn roeimaatje Pili slaat een arm om mijn schouders en zegt vragend “Bonito, no?”

Het zijn een geweldige paar minuten om bij stil te liggen en dan is het weer tijd om terug te keren. Terug met de stroming en de golven mee.
Wat een gemak. Wat net nog wat “moeite”en tijd kostte, gaat nu een stuk sneller.

Met een high-cinco en een hasta luego nemen we afscheid van elkaar. Het is Jaime die mij met een knipoog een wie-weet geeft om elkaar misschien de volgende winter weer te treffen. Aan mij zal het niet liggen.

Maarrrrrr….  misschien een volgende keer wel zwemvesten aan, zoals verplicht in Nederland, want om nu de Gurdia Civil te water, op te moeten roepen wanneer we problemen krijgen.
Joyce? Toch niet alweer die Nederlandse Joyce uit Calpe?


Joyce van der Lee

Delen