Na alweer bijna een week thuis, onze jetlag te hebben verwerkt, de koffers te hebben leeggemaakt en o jee, de agenda’s weer te hebben volgepropt, passeer ik onze afgelopen vakantie.
Wat was het toch een bijzondere reis.
Als ik het in één zin zou moeten benoemen, is dat niet mogelijk.
Bij het zien van de foto’s en filmpjes is het steeds weer een “o ja” en een bron van herkenning. Zelfs van dingen die ik bijna alweer een beetje vergeten was.
Wat hebben we veel gedaan, gezien, meegemaakt en wat zijn we als gezin dichter tot elkaar gekomen.
Soms zelfs weleens letterlijk héél dicht bij elkaar.
Zoals in die Jeep toen we ’s morgens om 02.30 uur (!) ons bed uit moesten om die zonsopkomst bij de Bromo-vulkaan te zien. Zaten we daar met z’n viertjes achterin opeen gepakt. Keiharde ijzeren bankjes, geen gordels of houvast en bij iedere hobbel stootten die jongens hun kop tegen dat dak. En koud dat het was! Lange broeken en een jas aan, hadden ze geadviseerd. Stonden wij anders daar op die berg te vernikkelen.
Zóóóó. Leuk joh, zo’n uitje in je vakantie. Welnee, helemaal niet erg, vroeg uit je nest en daar nog voor moeten betalen….. Gelukkig kwam die zon op en bleek de rest van ons “uitje” één van de mooiste dingen te zijn, die ik ooit gezien en gedaan had. Het inderdaad opkomen van die zon. Het “pufje” wat ineens uit die “slapende” – ja,ja – vulkaan kwam, die uitgestrekte vlakte rondom de Bromovulkaan, hoe de mist heel bijzonder optrok en hoe we later het beklimmen van de vulkaan zelf mochten ervaren.
Ik heb weliswaar binnenin mezelf gevloekt en gescholden waarom ik mezelf dit eigenlijk aandeed, om dat end te lopen en de vele trappen te beklimmen. Het zweet gutste voor de zoveelste keer weer eens langs dit prachtige lichaam, maar ohw, wat werden we weer eens verwend toen we boven op die top stonden en ik meteen weer wist wat die reden daarvan was. Prachtig die natuur en dat “geweld” van die pruttelende vulkaan.
Samen. Ja, we deden veel samen. Zo hebben we ons op Java ook door het verkeer gewaagd op de fiets.
Waar ik eerst helemaal knettergek werd van al die honderden scooters, fietste ik er “ineens” zomaar met mijn mannen tussendoor. Van Batu was het 20 kilometertjes verder naar eindpunt Malang.
Megastad Malang.
Studentenstad.
Dus ook scooterstad.
Links, rechts, waar je ook maar keek, overal scooters. Gek, zou je ervan worden. Maar wij – inmiddels halve indo’s – waren al goed geïntegreerd en fietsten ertussen alsof we niet anders gewend waren.
Regels zijn er niet en terwijl door het slechte wegdek onze waterflesjes tig keer uit de bidonhouders stuiterden, probeerden wij al slingerend overal tussendoor te jakkeren.
En dat ook nog eens op een NIET-elektrische fiets. Maar die tocht. Zo gaaf!
Eindpunt: woning gids Agus.
Doel: SAMEN workshop Indisch koken.
Ik zal het verhaal kort houden, maar het komt er in ieder geval op neer dat het samen koken gelukt is. Mike heeft in ieder geval laten zien dat hij in staat is om op zichzelf te gaan wonen en dat een kip slachten, plukken, in stukken snijden en koken hem best lukt.
Jason blijft voorlopig nog thuis wonen…..
Ook weet ik nu hoe een “Indische keuken” er in het echt uitziet achter die vele voordeuren die wij in die kleine 5 weken hebben gezien.
De onbedoelde “buiten”keuken is afgedekt met hout en golfplaten.
De afvoer is een geul met een put, die door een plaat is afgedekt.
Alle pannen - die ze hebben – hangen aan spijkers aan de muur.
Gekookt wordt op een 2-pits gaskookstel en bij eventueel gebrek aan gas wordt er gekookt op een open houtvuur.
Hoe vaak ík na dit bezoek heb gedacht, hoe blij wij moeten zijn met zoiets simpels als een kraan met warm en koud stromend water.
Wat was de “workshop” een gave dag. We hebben allemaal staan snijden, koken, spoelen en frituren. De vijzel was platter en groter dan thuis. Een knoflookpers kennen ze er niet. De sjalotjes en pepers waren véél sterker dan die bij ons thuis. En wat waren alle ingrediënten vers. Geen potjes met kruiden of kant-en-klare poeders.
Wat was het leuk om zoiets hebben mogen doen met elkaar.
En wat was onze gastvrouw blij met een praktisch cadeau: geen bosje bloemen of bonbons, maar liever een stoompan.
Ja, we zijn dichter tot elkaar gekomen.
Behalve dan tijdens onze laatste nacht, want wat hadden Ben en ik een groot bed. Het was zó groot, dat ik hem moest appen met de vraag of hij het licht uit wilde doen met daarbij een #ikhouvanjou.
33 dagen, 6 vluchten, 18 hotels, steden, jungle, zonsopkomsten, watervallen, markten, toko’s, theeplantages, rijstvelden, meren, kraters, dolfijnen, olifanten, apen, paragliden, raften, beklimmingen, maar ook afdalingen, paleizen, tempels, moskeeën, vele nasi gorengs en scooters, héél véél scooters.
Maar vooral het meest bijzondere straatje van Indonesië.
Een mooie reis, een mooie herinnering.
Indonesia, selamat jalan!