Morgen is het dan zover. We gaan er eentje “verliezen”. Tenminste, zo voelt het toch wel een beetje.
Na 25 jaar en 12 weken precies, van een “boontje” naar een twintiger opgegroeid te zijn, gaat onze Mike dan eindelijk het warme nest verlaten. Weg uit Den Bosch, terug naar mijn roots, op naar die mooie stad Rotterdam.
Dat laatste vind ik en dat vindt Mike ook.
Hoe gek kan het lopen.
Wat dat betreft heeft hij wel een goeie keus gemaakt in zijn leven en hoe vreemd, wanneer hij het over “ons stadje” heeft.
"Ons" stadje, hmmm.
Of dat hij dit nu écht meent of dat hij het zegt om door ons gesponsord te worden met het vullen van zijn appartementje daar ben ik nog niet achter gekomen. In ieder geval zijn de kosten voor ons de laatste weken stiekem toch nog even gestegen en onze bankrekening gekrompen. Ach, het blijft toch nog je kind.
Na 1,5 jaar al de beschikking te hebben over de sleutel van een woning én zelfs eventueel al de mogelijkheid voor een baan, lukte het hem maar niet om het allerlaatste stukje van zijn studie af te maken.
Voor hem balen. Voor ons, de luxe om op ons gemakkie zijn huis te strippen en weer op te bouwen.
Was ook wel nodig. Niet omdat het huis zo uitgewoond was, maar gewoon, omdat wij niet 2, maar 4 linkerhanden hebben.
Bovendien waren wij meer reiskosten kwijt geweest met heen-en-weer-rijden, dan voor de bouwmaterialen, als de buurvrouw niet mijn moeder was geweest.
We hadden een soort bed, brood en bad, zeg maar. We klusten waar we konden en de enige “corrigerende tikkies” die Mike kreeg, waren de rekeningen van onze materialen die we nodig hadden.
Groot was zijn geluk dat hij huursubsidie kreeg, omdat hij student was. Die paar honderd euro huur die nog overbleven voor hem waren peanuts, waardoor onze “Bill Gates” gelukkig weer een beetje kon ademhalen.
Enne, was er niet zoiets als energietoeslag die HIJ kreeg, terwijl hij zich op ONZE zolder zich de hele winter zat op te warmen?
Ik kijk even terug op de aanschaf van spullen. Mike had een duidelijke visie op de inrichting, waarbij het geven van moederlijke adviezen niet altijd even makkelijk verliep.
Onder andere bij het kopen van IKEA-kasten, want laten we eerlijk zijn, wie heeft ze niet?
De sóórt kasten uitkiezen was zo gepiept. De indeling verliep minder soepeltjes.
Met de gedachte “jouw huis, jouw geld en jij moet het straks zelf schoonmaken en ervaren wat handig is”, gaf ik het uiteindelijk op. Je kan het niet altijd met elkaar eens zijn.
En toen kwam het inladen. Waarschijnlijk herkenbaar. Onze auto bleek kleiner dan gedacht……
Terwijl we een kleine 10 minuten ervoor nog stonden te lachen hoe een andere klant zijn auto stond in te laden, stond ik nu zelf met zweetdruppels in alle denkbare naden, te steunen en te kreunen.
Achterbank plat. Voorstoel naar voren. O ja, Mike moest ook nog mee. Achterbank gedeeltelijk weer omhoog. De rugleuning van die stoel naar achteren. Ja, hoppetee alles gaat er met een makkie erin tot…. dat langste stuk van die kast…… Past net niet. Beetje duwen. Hoofdsteun voorstoel er ook nog maar af. Beetje trekken. En ja hoor, eindelijk, Het paste prima..
Dat diezelfde kast nog een drama zou worden in Rotterdam, wisten we gelukkig toen nog niet.
Het kwam het erop neer dat we die als inloopkast wilde inbouwen.
Dat we eerst die kast buiten de ruimte zouden opbouwen.
Dat we die in de ruimte wilde inschuiven, maar niet door de deur geschoven kregen.
We hem weer moesten afbreken.
In die ruimte weer moesten opbouwen.
Een kwartslag wilden draaien wat niet ging. Weer afbreken.
Draaien en weer opbouwen.
Onderdelen – lades en planken - inzetten.
En toen…….. o jee……
Hoe zetten we de achterwand erop, maar nog beter, hoe komen we dan achter die kast vandaan?????
Uiteindelijk hebben we in de achterwand een gat gezaagd, kroop Mike er doorheen, uit de kast. lades er weer in, het gat zag je niet meer en…….. pffff….. projectje inbouwkast was klaar. En ondanks ook deze 4 linkerhanden stond de kast waar hij staan moest en bleek onze moeder-zoonrelatie IKEA-proof,
Eind juni. Mike had het eindelijk gered. Met heel veel doorzettingsvermogen, studeerde hij af. Wat was ik trots.
Hij hoefde zich nu alleen nog maar op zijn appartement te richten.
Het laatste belangrijke item is afgelopen week geplaatst: zijn werkplek thuis.
Mike heeft een pc met 3 schermen. En pas als dát overgezet kon worden, kon ook Míke “overgezet” worden.
Buiten zijn hoekbank, combimagnetron en niet te vergeten het internet, zullen dit hoogstwaarschijnlijk de meest belangrijke voorwerpen in zijn appartement worden.
De verhuizing kan van start gaan.
Vandaag is het pakken.
De kasten worden leeggemaakt en de hal beneden wordt steeds voller. En ik vraag me steeds meer af of alles morgen wel in onze auto gaat passen. Wat een zooi heeft hij in al die jaren opgebouwd én wat een ruimte ga ik krijgen!
Ja, ik. Want in gedachten heb ik zijn kamer al wel 100x geschrobd en weer eigen gemaakt. En zal ik straks na al die jaren weer eens zien hoe groot die kamer nu eigenlijk is.
Morgen brengen we hem naar Rotterdam. Start hij bij z'n nieuwe baas en zetten wij in z’n woning nog even de puntjes op de i.
Met een “Wat ga je eigenlijk met mijn kamer doen” lijkt het erop dat hij toch ook wel inziet dat hij nu écht weggaat.
Onze “Rotterdammert”. Hij verdwijnt niet van de aardbodem, maar een nieuw tijdperk breekt aan.
De eerste die het huis uitgaat
En Mike, jongen, je mag altijd op “jouw” kamer komen logeren, maar wat zal ik jou stiekem toch gaan missen……..!