Ik hoor haar praten en ik weet het meteen. Het is terug!
Ik weet het. En mijn moeder weet het ook.
Waar mijn moeder altijd zo’n taaie was en nooit van opgeven wilde weten, lijkt nu niets meer van over te zijn. Ze kijkt me aan met andere ogen.
“Ik ben doorgestuurd door de huisarts, Joyce. Volgende week vrijdag om half negen moet ik bij de neuroloog in het Erasmus zijn.”
Nee! Dit hoorden juist twee leuke dagen te worden.
Samen met mijn vriendin Marjo hadden we een verrassingsweekend voor haar 85ste verjaardag georganiseerd.
Een high tea, diner en overnachten bij Van der Valk in Almelo, een voorstelling van Paul de Leeuw en voor we de volgende dag weer terugrijden nog lekker uitgebreid ontbijten.
Ze had van ons al een uitnodiging gehad met daarop een afbeelding van een valk en een leeuw met daarbij de opmerking dat het ZÓÓ leuk zou gaan worden. Met de gedachte dat we ergens naar de dierentuin zouden gaan, had zij wat extra onderbroeken in haar tas gedaan, want dat we gingen lachen, dat zat er dik in.
En nu staat ze daar. Op de carpoolplaats in Arnhem waar ik beide dames oppik.
Steunend op haar rollator, proberend haar evenwicht te houden.
Dat, in combinatie met haar slechte spraak, is voor mij 1+1.
En ik moet haar mededeling van haar afspraak komende week even verwerken.
“Je gaat niet alleen hoor! Ik ga met je mee,” zeg ik tegen haar, terwijl ze naast me in de auto komt zitten.
Ze legt haar linkerhand op mijn iets te stevige rechterbovenbeen en knijpt er even in.
Normaal zou ik daar zoveel grappen over hebben kunnen maken, maar nu lukt het me even niet.
Na het gezellige weekend gaat alles ineens in een stroomversnelling.
Nóg slechter praten.
Een huisarts die onze ongerustheid begreep.
Een ambulance.
De Spoedeisende Hulp.
En daar ligt ze dan in het Erasmus.
En ineens vind ik haar oud.
We zijn een kleine twee weken verder.
Wat volgde waren onderzoeken, familiegesprekken en uitslagen.
Slechte uitslagen.
En zoals we hadden verwacht, blijkt ook.
Na 11 jaar is de kanker in haar hoofd terug.
Dit keer voor de derde keer.
En weer rij ik veel op en neer.
Dit keer niet om even die lekkere Maasstadse lucht in te ademen, maar om te horen dat er geen kans is op herstel.
Er bestaat dan toch nog iemand, die mijn Rotterdamse mond kan snoeren.
Heel even lijkt mijn moeder totaal verslagen.
Haar rechterhand doet niet meer mee en ze zegt ineens: “Nou, dan ga ik maar aftellen….”
En ineens mis ik die moeder, die altijd zo positief ingesteld is. Die soms in een jolige bui met wc-papier om haar hoofd gestrikt, van het toilet komt. Van kaarten en je dan “een poot uit rukken” houdt. Het mens die met haar 85 jaar nog koffie schenkt voor die ouwetjes beneden in het restaurant van "haar" flat , terwijl ze zelf met een rollator loopt.
Gewoon, mijn moeder, die er altijd voor gaat……
Ik kijk haar aan en zeg: “Nee ma, we gaan elke dag pakken. En we gaan ervan genieten!”
Waarop ze zegt: “Ja, dat is zo. Ik ga er weer voor. Ik ga pas, als ze me neerknuppelen!”
Wanneer ik na een paar dagen haar kamer binnenloop zit ze er fris bij.
Eens een keer niet samen gedoucht met de verpleger, maar alleen, vertelt ze trots.
Vond ik toch al een beetje raar, toen die jongen mij dat eerder deze week mededeelde.
“Ja, het gaat goed met uw moeder. WE hebben net SAMEN gedoucht!?????”
Oké, oké. Nou zou je niet zeggen dat mijn moeder 85 jaar is, maar dat ze nu onder het type “cougar” valt……
Het douchen heeft d’r in ieder geval goed gedaan.
Het eten geeft geen problemen. Rechts werkt nog steeds niet, maar met links schuift ze net zo makkelijk alles naar binnen. Ze wordt er handiger in.
De boodschap: chemo niet meer mogelijk en bestralen is alleen maar om tijdwinst te bereiken, die is aangekomen.
Momenten van verdriet en momenten van praten over alledaagse dingen samen met ons. Het leven gaat door.
Vooralsnog is ze haar doorzettingsvermogen nog niet kwijt, haar strijdlust is weer aanwezig en heeft ze er in plaats van de dagen af te tellen er “van elke dag te nemen zoals die komt” van gemaakt.
Misschien is haar houdbaarheidsdatum dan toch nog iets langer dan we allemaal denken.
En dan denk ik nog heel even aan de mooie woorden die Paul de Leeuw in zijn show zong en wat we toen nog niet wisten: “Praat, lach en huil met mij. Het komt allemaal wel goed.”
Laten we het alsjeblieft hopen.