Henk en Toos.
Steeds word ik er weer een klein beetje vrolijk van als ik hun strip lees in de krant.
Dat ene kleine plaatje dat net genoeg zegt.
En afgelopen woensdag is dat weer het geval.
En hoe toepasselijk.
Dit keer gaat het over mantelzorgers, waarbij Koos met veel kracht de steunkousen uit probeert te trekken van opa. Jaja, wel met de opmerking dat Toos op dat moment vastgebonden aan opa zit, terwijl ze de deurklink vasthoudt.
Gelukkig, mijn moeder heeft ze nog niet. Steunkousen.
Wat een gekloot zou dat anders zijn zeg. Al met gewone sokken heb ik de grootste moeite.
Ik zie me al zo zitten met m’n moeder. Strak in het touw als een strenge meesteres.
Ik weet nog goed op de eerste volle dag, dat mijn moeder weer thuis was.
Ik ben blijven slapen en we worden wakker.
"Wil je niet lekker “even” een douche nemen?” Geen probleem denk ik nog. Ik zou wel helpen.
Uiteindelijk was ik natter dan zij was, heel die doucheruimte stond blank en ik was bekaf. Wat een gekut!
Mijn geluk kon dan ook niet op toen we een dag later al hulp konden krijgen in de ochtend en avond van de Thuiszorg. Ik kon ze wel kussen!
Ik moest dat wel 's morgens nog even goed aangeven dat ze voor m’n moeder kwamen, omdat ik ook nog in m’n pyjama rondliep.
Dus ja, ik ben nu ook een mantelzorger. En ik mis inderdaad de kennis en vaardigheden.
Nou, respect hoor voor al die mensen die dat al die jaren doen.
Het valt niet mee.
Buiten het aan- en uitkleden, is er ook nog de was, het schoonhouden van het huis, boodschappen doen, eten klaarmaken, bezoekjes artsen en dagbesteding. Én niet te vergeten m’n moeder zelf, want dat alleen is al een bezigheid op zich.
Het touw van Toos wordt steeds aantrekkelijker.
We hebben het er druk mee.
En met z’n allen helpen we tot er structureel iets geregeld is.
Inmiddels zijn sommigen van ons ongewild op de hoogte van de maat van m’n moeders onderbroeken en bh, omdat die ook onder de noemer boodschappen en was vielen.
Zelfs de kleinkinderen kijken er niet meer van op. Oma’s “broekjes” in de was wordt een normaal verschijnsel.
Ook weten wij exact – en vaak nog eerder dan zij - wat ze iedere dag eet. Ma is net een kliko en vindt alles best.
Woonzorglocatie Neijeveld lijkt een perfecte oplossing. De wachtlijst wordt daar letterlijk genomen en betreft 1 jaar. En dat bij zo’n centrum. Zo lang kan mijn moeder niet wachten en zoveel tijd heeft zij niet, dus wachten wij wel voor haar op een oplossing. Triest maar waar.
We hebben het er zo vaak over gehad. Grappen gemaakt over het nóg ouder worden van m’n moeder, wat bijna niet mogelijk is.
Het gebruik van de Tena Lady. Wat ze al jaren geleden eigenlijk moest gebruiken, omdat ze nooit haar pies kon ophouden omdat ze weer een enorme lachbui kreeg. Problemen met haar slappe spieren.
Ik kan me nog overigens herinneren van zo’n 15 jaar geleden. Zaten we in een bungalowtje Jenga te spelen. Kon ze ook al niet haar sluitspieren goed gebruiken, liet ze bij ieder blokje een scheet. Gelachen dat we hebben. Ik lag helemaal dubbel op de grond van het lachen. Ook bijna te piesen in m’n broek.
Zal ik dat dus wel geërfd hebben van m’n moeder.
Ook grappen over Mike, die een half jaar geleden twee deuren verder naast m’n moeder kwam te wonen.
Waarop mijn broer Dennis lachend zei: “Mooi, we hebben een nieuwe mantelzorger. Ben ik er lekker vanaf”.
We ontlasten hem nu toch maar en doen het hem toch maar niet aan als 25-jarige jongen.
In de tussentijd gaat mijn moeder door met haar “streken”.
Weet ze nog steeds niet hoe haar (spiksplinternieuwe) telefoon werkt, is ze ineens met haar rollator verdwenen als je je maar net even hebt omgedraaid, doet dingen waarvan ze zegt NIET gedaan te hebben, luistert ze niet en is ze eigenwijs.
Maar blijft ze ondanks alles de vrouw waarover en waarmee we kunnen lachen.
We zijn er nog lang niet.
En houden ons maar vast aan die tijd van “weet je nog toen….”
En dan denk ik toch heel eventjes aan Henk en Toos. Hoe zij dat zouden hebben opgelost.
En kijk ik tegelijkertijd toch even op de site van de Praxis hoeveel een rol stevig touw nu eigenlijk kost.