Heb je dat nou ook? Op vakantie gaan, heel veel foto’s maken en er dan niet aan toe komen om daar eens een fotoalbum van te maken?
Ik dus wel.
Ooohhw.
Nu al tijden bezig met onze “Indonesië-reis”. Ja inderdaad, die van bijna een jaar geleden.
Het punt is dat ik zo’n 3000 foto’s heb gemaakt en probeer die nu maar eens “even” in een album te proppen.
En die 3000 was alleen nog maar met mijn spiegelreflexcamera. Tel daar nog even die van onze 4 telefoons bij en nog die enkelen afkomstig van de drone én GoPro.
Tja, hou het maar op een luxeprobleem.
Gelukkig heb ik nog wel een reisverslag bijgehouden, want na tempel 214 wist ik anders ook niet meer welk plaatje bij welke naam zou horen.
En ook of die mooie zonsopkomst nu vóór of ná de periode dat ik aan de race was. Niet dat ik daar enige foto van heb, hoor. Nee, dat moment staat wel voor mij altijd op mijn netvlies gebrand, maar zal ik jullie maar onthouden.
Foto’s zijn mooie herinneringen. Maar nog mooier in een album.
Van onze reis naar Amerika bijvoorbeeld.
Ook een album die nog in de planning staat.
Dat was met mijn 3 mannen. Nou, beter gezegd toen nog met Ben en de “kinderen”. Ze waren nog zo jong, dat ze in dat land nog niet aan een bar mochten zitten, laat staan alcohol mochten drinken.
Ja, zó lang geleden. Dat was in 2015, nog net geen 10 jaar geleden dus.
Wel een geweldige reis, maar door de zo’n 2000 foto’s ook nog een geweldige klus.
En nu ik toch bezig ben.
Zuid-Afrika: 2017. Samen met Ben.
Superreis. Zo mooi en bijzonder. Die natuur. In één woord geweldig! Ik ga hem snel met jullie delen, maar ja….. die vele foto’s hé……
En die herinneringen. Ze zijn juist zo leuk om ze op te halen.
Alhoewel. Niet alles kan op de gevoelige plaat vastgelegd worden, maar blijft wel voor eeuwig bij Ben en mij op onze harde schijf staan.
Om een voorbeeld te noemen, weet ik nog zo goed:
Dag 1 van deze reis.
Net geland in Johannesburg.
Een vlucht van 11 uur, het is avond en we willen eigenlijk zo snel mogelijk naar ons eerste hotel.
We hebben al kennisgemaakt met ons reisgezelschap voor de komende 3 weken en weten ook wie het “lulletje” tijdens deze periode hoogstwaarschijnlijk zal zijn.
In dit geval het trutje, want de Limburgse Gerda (gefingeerd) valt meteen al op, wanneer ze als enige geen hulp wil en over haar eigen koffer flikkert. Van haar gaan we nog veel horen, denk ik alleen maar op dat moment. En dat kwam overigens ook uit.
Na toch nog een flinke busrit door het donker, komen we aan in ons goed beveiligde hotel ”Zulu Nyala Country Manor”.
Een prachtig hotel met losstaande huisjes met riet gedekte daken. Het is er superluxe in tegenstelling tot wat er buiten de afgeschermde en beveiligde hekken afspeelt.
Na een welkomstdrankje worden we naar onze kamers gebracht.
Eindelijk, ik ben bekaf na zo’n reis.
Onze kamer is net zo luxe als de entree. Rieten kap, ook aan de binnenzijde, mooie houten meubels, een groot bed en de badkamer blijkt een balzaal. Op de wastafel en het bad diverse lekker zeepjes en shampoos.
Het toilet nodigt uit voor een nummer twee. Eindelijk op een eigen, gewone wc. Schoon en in alle rust.
Wanneer ik door wil trekken komt er wat water uit het reservoir, wat het “spul” mee spoelt richting de afvoer en vervolgens….. blijft liggen.
Ik wacht even tot het reservoir zich weer heeft gevuld en trek weer door. Weer komt er water bij, maar mijn boodschap weigert te vertrekken en gaat niet voor- of achteruit. Nee hé, heb ik weer! Wat ik ook probeer er komt wel water bij, uit het reservoir, maar er zakt geen water weg.
Ik zie dat er een glas op de wastafel staat. Heet water. Zou ook moeten helpen. Maar ook dit lukt keer op keer niet. Mijn zaakie ligt er, en blijft er liggen. De boel is verstopt.
Heb ik alweer goed voor elkaar. Ik ben net gearriveerd. Het is midden in de nacht. En dan moet ik “hulp” gaan halen omdat onze plee is verstopt door mijn drol?
Ben!!!!
Na een “Wat heb je nu weer gedaan?” en “Dat doe ik toch ook niet expres!”, ga ik buiten op zoek naar een stok, waarmee ik misschien de boel kan doorprikken.
Na een mislukte strooptocht van 15 minuten keer ik moedeloos terug.
“Opgelost!”
Ik tref Ben aan met een big smile op z’n gezicht en z’n beide armen zo, alsof hij zijn spierballen wil tonen.
“Opgelost? Hoe heb je dat dan gedaan?” vraag ik en ik loop meteen naar het toilet dat inderdaad leeg en schoon blijkt te zijn.
“Gewoon doorgespoeld”, zegt-ie en hij begint ineens keihard te lachen.
Hij kan het niet meer voor zich houden en hij wijst naar boven bij het raam.
Nee, dat meent hij niet!
Ik kijk hem nog eens aan en z’n ogen lachen. Hij meent het wel!
“Gatver Ben! Echt? Je hebt hem toch wel goed schoongemaakt bij het terughangen hé?”
“Tuurlijk, Joyce. Het ging hartstikke makkelijk. En hij is nog nooit zo schoon geweest en heeft nog nooit zo lekker geroken. Gewassen met dat lekkere zeepje van de badkamer.”
Eindelijk kunnen we die eerste dag gaan slapen.
En terwijl ik de badkamer uitloop zie ik nog net hoe de gordijnroede netjes op z’n plek hangt te glanzen in het licht van de Afrikaanse maan.
Zie je, eigenlijk blijven de verhalen toch mooier dan hoeveel foto’s dan ook.