“Het was aan de Costa del Sol….”, galmt er door de Limburgse heuvels.
Gastvrije Mariëlle die de camperplaats beheert, maar ook een Zorgboerderij met dagbesteding aan huis heeft, komt naar ons toe en biedt ons een ijsje aan voor de “overlast”.
“Overlast”?
Ik hang onderuit in m’n campingstoel in m’n favoriete horizontale positie met de voeten op een krukje.
Mijn linkerhand heb ik nog om het ijskoude glas die ik net tot op de laatste druppel heb leeggedronken en in mijn rechterhand mijn E-reader.
“Overlast”? herhaal ik nogmaals.
Er komt gezellige muziek uit de geluidsboxen die er zijn in verband met de jaarlijkse barbecue van de dagopvang.
“Welnee joh,” zeg ik, “gezellig zelfs."
Zolang het maar geen heavy metal is of die band ‘Slipknot” met hun geweldige muziek vind ik het prima, denk ik alleen maar.
En nu biedt onze gastvrouw ons ook nog eens gewoon een ijsje aan!
Het is warm, de zon schijnt fel, er waait een briesje en de Limburgse vogeltjes fluiten net als thuis.
Als dat ijsje nu ook net zo smaakt als thuis, kan ze niet op een beter moment komen met dat aanbod.
Vanmiddag zijn we met “Ons Motje” aangekomen op boerderijcamping “Ransdalerveld”, gelegen in het zuidelijke, jawel Ransdaal.
Veel groter dan een paar straten is het niet, maar het heeft wel een kerk, een friettent en zelfs een treinstation.
Helaas voor Ben ontbreekt de kroeg.
Dat dacht hij bij het zien van het uithangbord “Gulpenbier”. Maar de 87-jarige uitbaatster in haar vrolijke bloemenjurkje, haalde hem al meteen uit z’n droom met de opmerking, dat Max en voetbal bij haar niet te halen waren.
“Nee jòng, mer wel ’n koffie mit ’n echte Limburgse vla va mich waal.”
Niet het voetbalmiddagje wat Ben voor ogen had en met een “hajje” neemt de krasse, maar vriendelijke vrouw al snel weer afscheid van ons.
En inderdaad vla en geen vlaai, zoals wij, mensen boven de Limburgse grenzen dat noemen. Dat werd maar weer eens duidelijk gemaakt op het terras waar wij er wél een bestelden.
Wat mij betreft zal het mij een worst wezen hoe ze dat noemen. Bij het zien van die dingen, loopt het water mij al uit de mond. Stuk voor stuk zien ze er al 100x beter uit dan die vlaai’s/vlaaien uit de koeling van onze Jumbo. En vrees ik voor m’n weegschaal bij onze thuiskomst over een paar dagen……
Maar goed, voorlopig is het nog niet zover.
Voor nu even acclimatiseren, kennismaken met de “bewoners” van ons veldje en een plannetje maken voor de komende dagen.
Als m’n ijsje weggewerkt is en ik even later weer op diezelfde campingstoel neerstrijk, hoor ik hoe ze de afsluiter van de barbecue, hoe kan het mooier, mijn clublied “You’ll never walk alone” draaien.
Wat kan het leven toch soms mooi zijn.