Il pleut! (volgens vertalen.nu “het regent”!) En niet zo’n beetje ook. Vannacht werd ik er wakker van en het heeft niet opgehouden tot vanmorgen 09.00 uur. Ik vind het altijd zo lekker tikken op het dak, terwijl je onder een warm dekbed ligt, maar nu het weer dag is mag het wel stoppen. En precies op het moment dat Ben de deur open doet gebeurt het ook. De lucht ziet er alleen grijs en grauw uit en lijkt heel onheilspellend. Het is koud en het ziet er ook niet naar uit dat het vandaag veel beter gaat worden.
Dus snel douchen, ontbijten en wegwezen hier.
We zakken verder af naar het zuiden en op de planning staat zo’n 370 km. Dat lijkt niet veel, maar omdat we geen tolwegen pakken, rijden we door dorpjes en dus veel binnenwegen. Ons doel is een camperplaats in Castelnau-de-Montmiral, gelegen ten noordoosten van Toulouse. Het is volgens de campersite een geliefde
bestemming met maar 6 plaatsen, dus we hopen dat we er terecht kunnen.
Met nog maar een half uur te gaan zijn we lekker op weg, tot…… er ineens een auto van een zijweg onze voorrangsweg op wil rijden en op het laatste moment stopt. Ben wijkt fel uit naar links met een overduidelijke GVD gevolgd door een Bossche "K.T-wijf!" en rijdt met het linkerwiel over een trottoirrand. Even worden we gelanceerd om vervolgens met veel gerammel weer terug te keren op moeder aarde. M’n hart zit in m’n keel en ik-weet-zeker de kaas weer ergens onderin de koelkast. Ben stuurt de camper even de berm in, zodat we zowel “Ons Motje” als z’n inhoud kunnen nakijken. Alles lijkt mee te vallen. In de verte
zie ik nog de achterlichten van die “doos”, die nog niet eens de moeite nam om te stoppen. We halen diep adem. We hadden een engeltje op onze schouder en hebben het er gelukkig goed van af gebracht!
Even later arriveren we op onze geplande camperplaats. We zijn de enige. De eigenaar is een vriendelijke, Engelssprekende Fransman. Het is een mooie plek in een prachtige omgeving. En de zon? Die schijnt gelukkig weer.