Contact

vrijdag, 10 mei 2019

Geplaatst door Joyce van der Lee op 10 mei, 2019

Zoals sommigen wel weten, hou ik best wel van een praatje, maar zo af en toe……pff.
Ik ben er inmiddels achter gekomen, dat je tijdens het reizen met een camper ontzettend snel contact KAN krijgen met andere mensen. Maar soms kan je er bijna niet onderuit komen. Zoals ik al eerder beschreef, begon het al met het opsteken van je hand tijdens het passeren van elkaar. Dat stelt niets voor. Dat is maar een dingetje, zullen we maar zeggen.
Dan, zodra je een camping of camperplaats oprijd en je moet – in ons geval “Ons Motje” -  inparkeren. Dan komen ze overal ineens vandaan. Zeker op een camping. Eerst gaan “ze” alleen maar staan kijken. Kennelijk om te kijken of je wel capabel genoeg bent om het alleen te kunnen. En daarna wordt er een beetje meegekeken en wordt je erop gewezen dat er ergens ook nog een boomtak hangt of een paaltje staat.
En als je eenmaal staat, dan willen ze toch graag iets meer over je weten. Bijvoorbeeld over hoelang we nog gepland hebben verder te reizen, want Ben heeft inmiddels zo’n bruine pensioenkop opgebouwd, dat niemand nog geloofd dat hij a.s. maandag gewoon weer moet werken.
Maar op zich zijn dat de dag-dagelijkse-gesprekken over wie je bent, wat je doet, hoe de camper bevalt en wat je planning is.
Máárrrrrr. Je hebt weleens mensen die je tracht te ontwijken. En dat lukt niet altijd. Op de camperplaats waar we afgelopen nacht stonden, staat een Belgische oma. Klein, schriel vrouwtje. Spreekt Nederlands met een sterk Belgisch dialect. Heeft haar kleinzoon van 13 maanden bij zich, zodat haar dochter kan studeren. En staat verder helemaal alleen 2 weken op die camperplaats waar verder niets te doen is. En al die tijd mét regen.
Gisterenavond…… ineens ziet ze mij…… op het moment dat ik langs haar camper loop, schiet ze ineens tevoorschijn. “Plesant hier, hé?” Ik geef aan dat ik het inderdaad een mooie camperplaats vind, maar veel meer kan ik niet zeggen, want in een rap tempo weet ik alles over haar. En ze wilt ook alles over ons weten. Ik heb al snel in de gaten dat ik niet makkelijk van haar af zal komen. In de tussentijd is Ben er ook bij komen staan en samen proberen we vriendelijk het gesprek af te kappen. Eigenlijk is het wel een mooi taaltje met d’r “droogkast” (droger), “kuisen” (schoonmaken), “elektriek” (elektriciteit) en “kleedje” (jurk). Maar na enige tijd vinden we een moment om het gesprek te stoppen.
Net op het moment dat we vanmorgen weg wilden gaan, zag ik dat ze om het hoekje keek van haar camper. Kennelijk was ze op zoek naar een gesprekspartner. “Instappen, Ben”, kon ik nog net op tijd tegen Ben zeggen, voordat ze onze kant opliep. Dat was nou net iets waar ik geen tijd voor had. De zon schijnt namelijk goed en de lucht wordt steeds blauwer! We gaan vertrekken richting Luxemburg en het ziet er eindelijk weer eens wat beter uit.
Na een rit van ongeveer 250 km komen we aan in het Luxemburgse Liefrange op camping “Léifreg”. Het is een ontzettend mooi gebied en je kan hier volgens de Nederlandse beheerder heel goed wandelen. Op ongeveer 800 meter bevindt zich een stuwmeer. Vergeleken bij de afgelopen dagen is het weer prima: blauwe lucht en dit keer witte wolken met zon. Eindelijk weer eens buiten zitten. De camping is rustig en er staan maar 2 andere campers. We mogen zelf een plaats uitzoeken. Als het weer zo blijft, zou het nog eens goed kunnen zijn dat we hier de laatste twee nachtjes blijven plakken.

 


Joyce van der Lee

Delen