Na gisteren een “doe-dag” gehad te hebben (op de fiets naar Cuijk en terug: wel 8 km bij elkaar poeh, poeh……) doen we vandaag nog minder. Eigenlijk niets dus. We blijven bij de camper en hebben besloten de dag vol te maken met lezen, zonnen, tour kijken om daarna rond 17.00 uur het WK van de voetballende dames te kijken. De eigenaar van de camperplaats heeft een groot scherm in de gezellige ontmoetingsruimte hangen en met z’n allen kijken is toch leuker dan met z’n tweeën.
Het “niet-veel-doen” gaat ons aardig af. Er is namelijk genoeg beweging om ons heen. Zo zijn er camperaars die komen, maar ook die gaan. En dat is nu juist voor ons “niets-doeners” een mooi moment om onze tijd vol te maken.
Vanaf onze tronen – heerlijke Crespo-campingstoelen voor de kenners – slaan we alles een beetje gade. En dat is zóóóó mooi om naar te kijken. Inmiddels zijn we er achter dat je in camperaars grote verschillen hebt. Namelijk van de eenvoudige camperaar die met alles tevreden is – zeg maar de “alternatieve camperaar” - tot aan de zeer luxe camperaar. Dat zijn die grote jongens die met zo’n Concorde van 2 ton (en dan heb ik het niet over gewicht……) aan komen rijden. Van die bussen, waarin werkelijk álles zit. Zelfs een vaatwasser!
En die camperaars tonen ook allemaal nog eens ander gedrag. Wat het juist zo leuk maakt om naar te kijken. Vooral die zekere camperaars, waarvan ik denk: “Wat doe je je zelf aan om te gaan camperen?” Eerder beschreef ik al onze buurman in Sneek, maar nú hadden we er ééntje in beeld! Ik ben er zelfs nog speciaal voor omgedraaid om er goed voor te gaan zitten. Dit stel, waarvan man met snor, kwam aangereden. Campertje keurig netjes in het vak. Mooie camper overigens. En na het uitstappen als eerste……… ja hoor, handschoentjes aan! Daar gingen we weer. Voor mij een teken om vooral te blijven kijken, want die met handschoentjes zijn het leuks, echt waar! Snor haalde zijn draaistok uit de garage en toen: hoofd in de nek, neus omhoog en de ogen fijngeknepen. Kennelijk werd het weer bestudeerd, want meteen daarna
werd niet besloten om de luifel uit te draaien en de stok ging terug de garage in. Ondanks dat iedereen zijn
luifel, weliswaar met stormbanden – uit had staan.
En ja hoor, toen kwam het bekende doekje. Het poetsdoekje. Waarmee grondig de hele camper onder handen werd genomen. Van voor naar achteren en van boven tot onder. En daar nam Snor ruim de tijd voor. Ik moet wel eerlijkheidshalve bekennen dat hij ons wel op een idee bracht. Want om bij het hoogste plekje op de voorruit te komen, ging hij met één voet op z’n voorwiel staan. Die hadden wij zelf nog niet bedacht. Bedankt Snor.
In de tussentijd had Snor de smaak te pakken. De twee identieke (unisex) vouwfietsen werden ook maar meteen even “meegenomen” in de poetsdrift. Waarbij zelfs het rubber van de banden niet overgeslagen werd en deze na afloop ook als nieuw leken. Hij mocht dan wel geen witte sokken in sandalen hebben, hij voldeed wel aan het profiel van een “zekere” camperaar. Zijn gezicht was net zo strak als zijn kapsel en zijn kleding bleef perfect in de plooi. Zelfs toen hij na de poetsbeurt nog een aantal kilometers hardlopen erop had zitten, kwam Snor vrijwel zweetloos het “Plekske” oprennen. Ik vraag me af of zulke mensen het nu écht naar hun zin hebben. En denk nog steeds “wat doe je je zelf aan?”. Maar dat is maar net wat iemand wenst. Want als wij weg zijn moet niets, maar mag (bijna) alles. Zijn we weg om te ontspannen en zijn we niet bezig met tijd en afspraken. Kunnen we eindelijk af en toe weer eens genieten. Genieten van hele kleine dingen. Genieten van elkaar. En genieten van de momenten. De mooie momenten. En vooral van het onkruid, want zoals Ben zegt: “Thuis moet ik het eruit trekken en hier kan ik er heel lang naar kijken en van genieten”.