Ik heb heerlijk geslapen tot 06.30 uur. Toen ging namelijk de eerste trein weer rijden. Het is me dus 100% meegevallen afgelopen nacht. We pakken ons traditionele bakkie Nespresso-koffie, ontbijten en gaan weer op pad. Verder Frankrijk in.
We denken een leuke bestemming gevonden te hebben zo’n kleine 300 km verderop op een mini-camping die wordt gerund door Nederlanders. Eerst moeten we nog een stuk door het landschap van de Champagne-streek en trotseren daarvoor de vele ranken druiven, druiven en nog eens druiven. Het is bijna niet voor te stellen dat de vele druiven nog geplukt en geplet moeten worden om ooit nog eens als een verlangend drankje in één van onze wijnglazen terecht te komen. En ik zie vervolgens aan het eind van één van de wijnranken een oude, pafferige Fransman met strooien hoed op z’n gemakkie wat takken staat weg te knippen, waarna ik denk, dat-ie voorlopig nog geen gebruik zal kunnen maken van vervroegd pensioen.
Terwijl New York heel ver weg is, lallen we hardop mee met "old blue eyes", terwijl we tussen de uitgestrekte graanvelden rijden. Deze hebben namelijk inmiddels de plaats ingenomen van de druiven. De horizon is nu één gele vlakte en overal zien we balen en rollen stro. Wat ook verandert is, is onze voorruit. Op de voorruit van “Ons Motje” stapelen sinds de afgelopen 2 dagen de lijken zich weer op. De ene “tik” na de andere “tik” is goed te horen. De ruitenwisser is ook geen goed plan, want dat maakt de boel alleen maar erger en dan smeer je heel de zooi uit. Werk aan de winkel voor Ben binnenkort dus.
Een paar uurtjes en heel veel uitgestorven dorpjes later komen we aan op onze eindbestemming voor vandaag: “Camping de Oude Pastorie” in La Celle-en-Morvan. We worden heel persoonlijk en gastvrij ontvangen door de eigenaars Cor en Leny en mogen na een korte rondleiding staan waar we willen in de oude boomgaard. Lekker kneuterig en lekker ongedwongen. Ik voel me nu al thuis.